Valentijn: relatie met de baas kan niet voor ruim helft* werknemers

Liefde is duidelijk een werkwoord: bij 1 op 10 de Belgen schoot Cupido al raak op het werk. Bijna evenveel werknemers gingen minstens één stap verder met een collega dan een louter professionele relatie. In vergelijking met 2016 laait de passie op de werkvloer wel minder hoog op. Dat blijkt blijkt uit een onderzoek van Tempo-Team bij 2050 werknemers en werkgevers. Een andere opvallende conclusie is dat er intussen meer regels zijn over relaties en gedrag op het werk dan vier jaar geleden. Desondanks blijft er onduidelijkheid: 47% van de werknemers weet niet of hun werkgever een relatie met een collega toelaat.

Minder romantiek
​Naar aanleiding van Valentijnsdag peilde hr-dienstverlener Tempo-Team bij werkende Belgen naar hun ervaringen met romantiek op de werkvloer, hoever ze al zijn gegaan en hun houding terzake. Hieruit blijkt dat een tiende van de Belgische werknemers al flirtte of verliefd was op een collega. 7% deelde al minstens een keer de lakens met een collega, terwijl 6% al kuste of een relatie had met iemand van op het werk.

Dit is beduidend minder dan enkele jaren geleden: in 2016 gaf bijna een kwart van de werknemers toe al eens gevoelens te hebben gehad voor een collega. Een vijfde had ook al geflirt of gekust met een andere medewerker.

Liefde is een werkwoord

“Door de vele ontmoetingen en intensieve samenwerkingen ontstaan ook op de werkvloer heel wat gevoelens en relaties. In die zin is liefde duidelijk een ‘werk’woord. Veel werknemers zien daar geen graten is, voor zover de betrokkenen zich professioneel opstellen. Bedrijven hebben de laatste jaren meer aandacht voor regels en omkadering, mogelijk door #metoo. Toch is het markant dat de helft geen benul heeft of zijn werkgever een relatie toelaat of niet.”, aldus woordvoerder Tom Van de Vreken van Tempo-Team.

Meer intieme contacten bij leidinggevenden
​Erg opvallend: in vergelijking met werknemers geven leidinggevenden en werkgevers tot twee keer zo vaak aan dat ze intieme contacten hadden met collega’s en dat de liefde hun pad kruiste op het werk.

Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat romantiek op de werkvloer significant meer voorkomt bij grote bedrijven.

Relatie op het werk moet kunnen, maar liefst niet met baas
​In het algemeen vindt de werkvloer dat relaties tussen collega’s kunnen. 68% van de werknemers vindt dat een relatie tussen twee collega’s onderling moet kunnen. 40% heeft er geen probleem mee als hun leidinggevende een relatie heeft met een ondergeschikte.

 Werkgevers zijn minder begripvol: met respectievelijk 55% en 36% die relaties onder collega’s en tussen een leidinggevende en een medewerker oké vindt. De helft van de werknemers en werkgevers gelooft dat verliefdheid onder collega’s vooral voor problemen zorgt.

 Zelf een relatie hebben met een collega of leidinggevende blijkt andere koek: slechts 22% van de bevraagde werknemers zegt open te staan voor een relatie met een collega. Verder zou amper 8% een relatie met de baas aangaan.

Sterke toename gedragscodes en vertrouwenspersonen
​Het aantal bedrijven met een beleid over relaties op het werk en/of een vertrouwenspersoon, is de voorbije jaren sterk gestegen. Om onduidelijkheden te vermijden en een kader te hebben bij conflicten, hebben 4 op de 10 bedrijven een beleid terzake. Daarnaast heeft twee derde van de werkgevers een vertrouwenspersoon aangesteld waarbij werknemers terecht kunnen met vragen. Dat is duidelijk meer dan in 2016: toen had een kwart van de bedrijven een gedragscode en hadden 4 op de 10 een vertrouwenspersoon.

Het zijn significant vaker grote ondernemingen die dergelijke maatregelen troffen de voorbije jaren dan KMO’s: 85% van de grote bedrijven investeert hierin, tegenover 47% van de KMO’s. Ondanks de toenemende omkadering weet bijna de helft van de werknemers niet of zijn werkgever een relatie tussen collega’s toelaat of niet.

 ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ #######

*Dit blijkt uit online bevragingen in 2019 en 2016 van een representatieve steekproef van 2050 Belgische werknemers en werkgevers door een onafhankelijk onderzoeksbureau in opdracht van Tempo-Team. De maximale foutmarge van het onderzoek is 2,94%. De steekproef is representatief op taal, geslacht, leeftijd en diploma.

** significant verschil